Harnas- en Harmoniemodel

18 juli 2025 - Harnas- en Harmoniemodel

Dit blog gaat over gedrag van twee vogels: de Meerkoet en de Aalscholver.

De plaatjes spreken eigenlijk al voor zich. Volgens de ANWB Vogelgids “verdedigt de meerkoet het territorium fel en zwemt agressief dreigend naar elke indringer toe”. Dat is duidelijk te zien op de linkerfoto. Het gaat er heftig aan toe in een twee-tegen-twee situatie. Het lijkt wel alsof het uitgangspunt is: “Coûte que coûte”, ten koste van alles, tegen elke prijs. Eerst had ik nog even de naïeve gedachte dat ze gewoon een spelletje met elkaar aan het doen waren. Maar al snel werd duidelijk dat er sprake was van een boven-onder situatie. En een moment verder (na het moment van de foto) zag ik opeens nog maar drie koeten. Eén van de koeten werd “koppie onder” gedrukt, waarbij mijn eerste gevoel was dat hij ‘koetje wijle’ was, maar gelukkig kwam koetje enkele meters in het water verderop weer boven Jan.

De Aalscholver laat ander gedrag zien: zit vaak rustig op een lantarenpaal (goed te zien langs snelwegen), en vormt met andere aalscholvers graag een kolonie (bron: Aalscholver – Wikipedia; Hoogenstein en Meesters 2024). Verdraagzaam, rust, niet uit op bescherming van de eigen paal. Zijn Aalscholvers niet luidruchtig? Verdedigen zij hun territorium niet? Zeker wel. Maar binnen hun kolonie is sprake van cohesie. Hun kolonie is vaak een veilige plaats: ze waarschuwen elkaar voor dreigend gevaar, en hun locatie is vaak moeilijk bereikbaar.

Het zijn zo twee verschillende tafereeltjes, waarvoor je een parallel met cliënten van accountants zou kunnen trekken. Ze zouden als voorbeeld kunnen dienen van wat ik het harnas- en harmoniemodel noem. Er zijn cliënten die maar beperkt openheid van zaken geven richting hun accountant, die hun bedrijf zien als hun eigen territorium. Er zijn veel definities van territorium voorhanden. De volgende definitie vind ik treffend: “Gebied dat voor en tijdens het broedseizoen verdedigd wordt tegen soortgenoten, maar ook tegen andere soorten”. Niet per sé (hoewel dat ook denkbaar is) dat ze iets te verbergen hebben voor hun accountant, maar ze houden wel heel erg graag gevoelige informatie voor zichzelf. De accountant wordt ingeschakeld omdat het bij wet verplicht is (vanaf de categorie middelgrote ondernemingen). De lijst met op te leveren informatie wordt strikt afgewerkt [1], geen enkel document te veel, geen specificatie te gedetailleerd, op mondelinge vragen wordt afgepast gereageerd. Komt de (assistent)accountant wat te dichtbij, wordt eerst gevraagd waarvoor die extra informatie nodig is en wordt de (assistent)accountant zo nodig afgeblaft. Als je een dergelijke situatie tegen komt, is een belangrijke vraag wat de achtergrond van dergelijk gedrag is. Meerdere redenen zijn denkbaar, onder andere één of meer van de volgende:

  • persoonskenmerken van kernfunctionarissen werkzaam bij de cliënt;
  • economische overwegingen (voorkomen van extra controlekosten);
  • iets specifieks: de cliënt is op iets aan het broeden, en wil daarbij geen pottenkijkers hebben.

Conform de opdrachtbevestiging is de cliënt gehouden om openheid te betrachten wat betreft de toegang tot informatie en personen. In elk van deze drie (geharnaste) situaties staat de accountant op een bepaalde afstand van de cliënt c.q. wordt de accountant door de cliënt impliciet of expliciet op afstand geplaatst. Vanuit controle-oogpunt betekent een dergelijke situatie al snel een heads-up, een verhoogd risico, en verhoogde alertheid. De noodzaak tot het verzamelen van controle-informatie vanuit meerdere bronnen, en consistentiechecks op de verzamelde interne en externe informatie zijn zeer noodzakelijk. Inconsistenties en verhoogde risico’s vragen om nader onderzoek. Waar de cliënt mogelijk voor ogen heeft om een afgepaste audit te realiseren, ontstaat gemakkelijk het tegenovergestelde waarbij de accountant meer werk plant en uitvoert, en mogelijk teamleden met een hoger ervaringsniveau inzet.

Tegenover het Harnasmodel (Meerkoet) zou ik het Harmoniemodel (Aalscholver) willen plaatsen, waarbij ik graag benadruk dat dit extremen zijn en allerlei situaties tussen deze schaalextremen denkbaar zijn.

Het Harmoniemodel is gebaseerd op een transparante relatie. Niet “hullie-zullie” maar “wij-samen”. Geen tegenover elkaar staande partijen, maar partijen die met elkaar samen werken (cfm. Knechel, Thomas, & Driskill 2020). In Van Nieuw Amerongen & Nieuwenhuizen (2025) hebben we beide benaderingen tegenover elkaar gezet. De relatiegerichte benadering is onder andere gebaseerd op de veronderstelling dat beide partijen baat of toegevoegde waarde zien in de samenwerking. Voor beide partijen zijn er voordelen te realiseren. De relatiegerichte benadering gedijt goed bij regelmatige, frequente contacten waarbij beide partijen elkaar beter leren kennen zodat ze in staat zijn om op elkaar ingespeeld te raken. Gaat het er in de relatiegerichte benadering altijd harmonieus aan toe? Nee, in elke relatie kunnen meningsverschillen en conflicten voorkomen. Er bestaan meerdere manieren waarop je een conflictsituatie kunt benaderen (Worchel en Austin 1986):

  • smoothing (glad strijken om de harmonie te bewaren; de relatie is daarmee belangrijker dan het onderwerp)
  • confrontation (open en eerlijk het gesprek aangaan).
  • splitting difference (pragmatische oplossing, waarbij beide partijen water bij de wijn doen)
  • withdrawal (het conflict blijft, één of beide partijen trekt zich terug).
  • suppression (het conflict wordt onderdrukt, verschillen van mening worden genegeerd).

Deze strategieën zijn allemaal toepasbaar in zowel de agency benadering als de relatiegerichte benadering [2], zowel het harnasmodel als het harmoniemodel. Maar er zijn wel nuances.

De strategie ‘glad strijken’ is weliswaar gericht op het bewaren van de harmonie, maar het gevaar bestaat dat de relatie te belangrijk is, en onderhuids mogelijk onopgeloste conflicten blijven voortwoekeren.

De strategie ‘confrontatie’ is het meest passend bij de relatiegerichte benadering. Omdat beide partijen elkaar goed kennen (en een goede relatie een stootje kan hebben) wensen beide partijen in alle eerlijkheid tot een oplossing te komen waarmee de lange focus van de relatie gehandhaafd blijft.

De strategie ‘het verschil delen’ kan een prima strategie zijn, zolang er voor de accountant maar niet bottom-line concessies worden gedaan aan de controlekwaliteit. Een dergelijke strategie kan bijvoorbeeld toegepast worden in een situatie waarin het meningsverschil een grijs gebied raakt. Een gebied waarin verschillende interpretaties van wet- en regelgeving mogelijk zijn.

De strategie ‘terugtrekken’ is naar mijn mening eerder een mogelijkheid wanneer de accountant de agency benadering hanteert. Het vertrouwen is weg in de relatie. De rode kaart wordt getrokken, de opdracht wordt teruggegeven. Behalve deze uiterste optie (volledige terugtrekking), kan hierbij ook gedacht worden aan de situatie dat de accountant een vaktechnische of compliance consultatie doet bij een expert (binnen de organisatie of daarbuiten). Er zijn situaties denkbaar dat de accountant zich hierbij als het ware terugtrekt uit het conflict en zich verschuilt achter de vaktechnische opinie. Een soort ‘don’t blame the messenger’. In mijn consultingpraktijk heb ik diverse voorbeelden gezien (voornamelijk bij grotere kantoren) waarbij cliënten de formele en defensieve opstelling van hun accountant niet op prijs stellen. Waarom niet gewoon met elkaar in gesprek tot een oplossing komen? Een andere mogelijkheid wordt gesuggereerd op basis van recenter wetenschappelijk onderzoek. Carlisle e.a. (2023) betogen daarbij dat – als sprake is van negatieve interacties van staff (controleteam) met een hoger hiërarchisch niveau bij de cliënt – de cliënt de ‘upper hand’ heeft (bovenliggende partij, vergelijk het plaatje met de bovenliggende meerkoet die de andere koet het water indrukt naar onderen) in het proces van bewijsverzameling. Dit kan aan de zijde van het controleteam leiden tot gedrag dat de controlekwaliteit bedreigt. Voorbeelden zijn: (1) cliëntmijding, en (2) “ghost ticking”. Dit laatste doet zich voor als de (assistent)accountant in het dossier documenteert dat een controletaak is uitgevoerd, terwijl de taak daadwerkelijk niet is afgerond.

De strategie van ‘onderdrukken van een conflict’ werkt in zowel de agency als relatiegerichte benadering vaak onbevredigend. Hier duid ik niet op de situatie dat de persoon achter de cliënt en achter de accountant een ‘mismatch’ zijn, zolang de mismatch maar leidt tot een functioneel werkbare relatie. Het gaat hier eerder om het bagatelliseren van meningsverschillen. Er is evenwel denkbaar dat sprake is van een aantal meningsverschillen (potentiële conflicten) die tegelijkertijd kunnen spelen. In dat geval kan ‘suppression’ ook zoiets betekenen als ‘choose your battles’, zoals we dat ook in gezinssituaties tegenkomen. In soortgelijke situaties worden meningsverschillen geprioriteerd, ‘first things first’. Het spreekt voor zich dat de afwegingen in de prioriteitstelling zorgvuldig moeten plaatsvinden.

Ter afsluiting:

Denk er eens over na bij welke cliënten je welke overall benadering toepast (agency versus relatiegericht). En, als je tegen een potentieel meningsverschil of conflict aanloopt, overweeg dan expliciet welke oplossingsstrategie daarbij het meest passend is.

Literatuur:

  • Carlisle, M., Gimbar, C., en Jenkings, J.G. (2023). Auditor-Client Interactions – An Exploration of Power Dynamics during Audit Evidence Collection. Auditing: A Journal of Practice & Theory, 46(1): pp. 27-51.
  • Durkin, M.P., Jollineau, S.J., en Lyon, S.C. (2025). Misleading the Auditor with Fractional Truths. Behavioral Research in Accounting, 37(1): pp.59-76.
  • Hoogenstein, L., en Meesters, G. (2024). Handboek Vogels van Nederland. KNNV Uitgeverij.
  • Knechel, W.R., Thomas, E., en Driskill, M. (2020). Understanding financial auditing from a service perspective. Accounting, Organizations and Society, 81 (101080): pp. 1-23.
  • Nieuw Amerongen, C.M. van, en Nieuwenhuizen, P. (2025). Contingent perspective on the auditor-client relationship: a new determinant of audit quality. International Journal of Critical Accounting, 14(2): pp. 169-186.
  • Svensson, L. (2022). ANWB Vogelgids van Europa. Kosmos Uitgevers.
  • Worchel, S., en Austin, W.G. (1986). Psychology of Intergroup Relations. Nelson-Hall Publishers/Chicago.

Prof. dr. Niels van Nieuw Amerongen RA

18 juli 2025

[1] In een interessante studie van Durkin, Jollineau, en Lyon (2025) volgt dat ongeveer de helft van de cliënten niet de volledige waarheid vertelt aan de accountant, en dat dit verklaard wordt door het alleen geven van antwoorden op de vragen die gesteld worden, niet meer antwoorden geven dan er gevraagd wordt.

[2] De agency benadering is de klassieke benadering – gebaseerd op de primair maatschappelijke rol van de accountant – waarbij de accountant op afstand staat van de cliënt. De onafhankelijkheid van de accountant is een belangrijke pijler onder de klassieke benadering. In haar uiterste vorm hanteert de accountant in de klassieke benadering een relatief korte maximale relatieduur (bijvoorbeeld 7 jaar), en wordt de controleopdracht als ‘audit-only’ uitgevoerd (zonder samenloop van dienstverlening).