V&A en wetenschappelijk onderzoek

6 mei 2019 - V&A en wetenschappelijk onderzoek

Een evenwichtige combinatie van theorie en praktijk vormt de basis van het accountantsberoep. In ons dagelijkse werk voor accountantskantoren helpen we individuele accountants en teams, ondersteunen we vaktechnische- en compliance-afdelingen en denken we mee met kwaliteitsbepalers. Een schone taak, waarin we veel voldoening ervaren. Onze betrokkenheid bij het beroep komt ook tot uitdrukking in onze verbondenheid met hogescholen en universiteiten door het verzorgen van colleges. Maar we proberen ook ons steentje bij te dragen aan kennisontwikkeling. Dat doen we enerzijds door het verzorgen van blogs en andere vaktechnische en praktijkgerichte artikelen, maar anderzijds ook door het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.

Wat betreft het academisch onderzoek hebben we in de achterliggende periode mogen bijdragen door een tweetal MAB publicaties:

  1. Een onderzoek naar de waarderelevantie van de nieuwe stijl controleverklaring (januari/februari editie), in co-creatie met Nathalie Evers en Joost van Buuren. Dit artikel gaat nadrukkelijk in op de verwachtingskloof, omdat de nieuwe stijl controleverklaring beoogt om de informatie-asymmetrie te reduceren. Vanuit dat gezichtspunt hebben we voornamelijk aandacht besteed aan de informatiewaarde die die controleverklaring bevat. Informatiewaarde is een complex begrip, maar het is goed mogelijk deze complexiteit te verhelderen door uiteen rafeling in deelbegrippen zoals: mate van detail, mate van consistentie, interpretatie-gevoelige terminologie, en schattingsonzekerheid. Helaas volgt uit het regressiemodel dat de markt (Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen) niet significant reageert op de deel-aspecten van de nieuwe stijl controleverklaring. Uit aanvullende analyse volgt dat het soort kernpunten verband houdt met de omvang van de onderneming en de branche. Daarmee zijn we weer iets meer te weten gekomen. Vervolgonderzoek is nodig om meer zicht te krijgen op de verwachtingskloof.
     
  2. Een onderzoek naar de invloed van onafhankelijkheid en joint audit op de audit kwaliteit (maart/april editie), in co-creatie met Julia van Pareren. Naar het aspect onafhankelijkheid is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan, met wisselende uitkomsten overigens. Het element Joint audit is in academisch onderzoek vrij nieuw. Je zou kunnen zeggen dat de twee onderwerpen allebei iets te maken hebben met het principe van “vreemde ogen”. Bij onafhankelijkheidsonderzoeken gaat het om een paar ogen van de onafhankelijke accountant, bij Joint audit om twee paar ogen. Op basis van bijvoorbeeld de agency theorie zou je verwachten dat een toename van de onafhankelijkheid leidt tot een toename van de audit kwaliteit. In dit onderzoek vinden we echter het tegenovergestelde effect. In de situaties van verhoogde onafhankelijkheid (minder non-audit dienstverlening) en joint audit worden minder continuïteitsparagrafen verstrekt. Dit betreft situaties waar – gelet op de onder druk staande financiële positie – wel een dergelijke paragraaf verwacht zou mogen worden. Daarmee geven de uitkomsten stof tot nadenken, onder andere voor de wet- en regelgever in het vormgeven of aanpassen van wetten rond onafhankelijkheid en joint audit.

Wil je de artikelen nog eens rustig nalezen, dan vind je de pdf’s terug onder de tab Publicaties op www.vna-aa.nl